vrijdag, mei 29

Marskramerpad: Hollandsche Rading - Eyckenstein

Vrijdag 29 mei 2020

Het stuk Breukelen - Hollandsche Rading slaan we even over, hopelijk kunnen we volgende keer met de trein terug.

We parkeren bij het station in Hollandsche Rading. Vandaar steken we de spoorbaan over en wandelen onder de A27 door. Al snel gaan we linksaf het bos in. Dat bos ligt op zandgrond, terwijl we de vorige keer op veen liepen. Het gevolg is een totaal andere flora.

Jammer genoeg zijn we niet de enigen die het vandaag met een heerlijk zonnetje en een graad of twintig heerlijk wandelweer vinden. Gelukkig wordt het in het bos snel rustiger. Het is een heerlijk gemengd bos met zomereik, Amerikaanse eik, lijsterbes, Amerikaanse vogelkers, spar, Europese larix, beuk, sporkehout en nog een aantal soorten die ik al vergeten ben. Een totaal ander landschap dan de weilanden en plassen van onze vorige wandeling. In de kruidlaag valt het vingerhoedskruid op. Het lelietje van dalen is uitgebloeid, maar algemene soorten als klein springzaad, fluitenkruid en zevenblad staan volop in bloei.

Het is met 20 graden warm genoeg voor verschillende vlindersoorten. Een koolwitje en het citroengeeltje fladderen vrolijk rond.

Voor we het weten zijn we bij de bushalte aan het eind van deze wandelkaart. Er is hier geen ruimte om te parkeren, dus daar moeten we de volgende keer iets anders op verzinnen. We wandelen dezelfde route terug.

Gedaan: 107,6 + 4,6 = 112,2 km
Te gaan: 360 - 112,2 = 247,8 km

vrijdag, mei 22

Marskramerpad: Dooijersluis - Breukelen

Vrijdag 22 mei 2020
De gezondheid gaat langzaam vooruit. Jos hoest eigenlijk alleen 's ochtends nog na het opstaan. Gisteren toonde de buienradar buienfronten die over het land trokken. Is het wel wandelweer? Het KNMI verwacht in de middag in het noorden een buitje. De buienradar verwacht een wolken/licht buienfront dat van west naar oost over het land trekt.

Om half elf parkeren we bij de Dooijersluis, waar we vorige week stopten met wandelen. Over een graskade lopen we naar het zuiden langs de Bijleveld, een brede sloot of vaart. Ik vermoed dat de graskade vroeger een jaagpad is geweest. Bij het begin zitten enkele vissers naar hun dobbers te staren. De graskade vertoont scheuren door de droogte. Langs het water groeien riet, gele lis, fluitenkruid en smeerwortel.

We passeren de Spengense molen. Aan het eind slaan we linksaf. Volgens het boekje moeten we nu een tijdelijke route aan de noordkant van het water volgen. Maar is die tijdelijke route intussen niet vervallen? Stickers of verf ontbreken. We nemen een zelf te bedienen pontje naar de overkant. Daar staat wel een sticker, van een NS route. We gokken op de zuidoever. De NS-sticker ziet er redelijk nieuw uit, die kant zal dus wel begaanbaar zijn.

We lopen nu richting oosten. Naast de eerder genoemde soorten ook Lisdodde, rode en witte klaver, zuring en pijlkruidkers. De zuring heeft rode vlekken, zuring-rietroest (puccinia phragmitis). Het is heerlijk rustig. Een valk hangt in de lucht te 'bidden'. Pas na Portengen begint het verkeerslawaai van de A2 hoorbaar te worden. We wandelen er onder door. Zullen we onszelf op een milkshake bij de Mac trakteren? Alleen de drive-through is open, en daar staat een lange stroom auto's. Bij een hotel staat een molen. Maar we wandelen terug naar een dorpje en eten daar onze boterham. Net iets rustiger.

Op de terugweg ontmoeten we een stel die ook het marskramerpad lopen. Gisteren zijn ze uit Leiden vertrokken. Wij doen er aanmerkelijk langer over. Al een paar jaar, zo af en toe een vrijdag of zaterdag, 5-10 km. Sssst.

We stappen in de auto en de eerste druppels vallen. Geen zware bui, en het is niet genoeg voor de uitgedroogde dijken, maar het is regen.


Gedaan: 100,9 + 6,7 = 107,6 km
Te gaan: 360 - 107,6 = 252,4 km






zondag, mei 17

Marskramerpad: Woerdense Verlaat - Dooijersluis

Vrijdag 15 mei 2020

Vlak over de brug parkeren we op een klein parkeerterreintje. Vandaag belooft een saaie wandeling te worden: Veel N463. Onze verwachting is dan ook dat de wandeling van vandaag meer het karakter zal hebben van langzaam weer klein beetje conditie opbouwen, dan van genieten van het natuurschoon.

Gelukkig ligt er een smalle groenstrook tussen het fietspad en de provinciale weg. De berm staat vol scherpe boterbloem en knolboterbloem. Wit fluitekruid en paarse smeerwortel maken de berm tot een vrolijk kleurenpalet. Af en toe schemert er een rode klaver tussen het groen. Het is prima wandelweer: niet te heet, niet te koud, en een lekker zonnetje.

Na een kilometer steken we een bruggetje over. Nog iets meer afstand tussen ons fietspad en de N463. Het is rustig, er zijn weinig fietsers, en de fietsers die er zijn doen hun best anderhalve meter afstand te houden. Een net iets andere gele kleur trekt onze aandacht. Het blijkt de kruipende boterbloem te zijn. In de berm van de sloot bloeit de gele lis met haar prachtige, grote en tere bloemen.

Het is coronacrisis, en een van de activiteiten voor kinderen is de berejacht: Mensen zetten beren in het raam en kinderen kunnen de buurt rondzwerven om beren te spotten. Maar als je op een afgelegen boerderij woont, is er niemand die jouw beren zal zien. Een boer heeft er iets opgevonden: Beren aan een lantaarnpaal bij de oprit.

De weilanden hebben hier allemaal namen: 'weideveld', 'Kleine Kaaikamp', enzovoorts. Een naam trekt onze aandacht: 'Naast Jos'.

Als het geen coronatijd was geweest, en als we niet hadden moeten hoesten, hadden we door kunnen wandelen naar Breukelen. Nu is het niet verstandig om met de bus van Breukelen terug te rijden naar Woerdense Verlaat.
We wandelen door tot de Dooijersluis. Daar eten we onze meegebrachte lunch, en volgen dezelfde route terug. Zuid-Holland zit er op. Volgende keer willen we aan het Utrechtse traject beginnen te knabbelen.

Gedaan: 95,5 + 5,4 = 100,9 km
Te gaan: 360 - 100,9 = 259,1 km