dinsdag, maart 19

Maas-Niederrhein pad: St Odilienberg - Linne

Dinsdag 19 maart 2019

Het Maas-Niederrhein pad is ingedeeld in stukken, en het stuk Maasplassen lopen we wel in de richting van het pad, maar 'achterstevoren': elke keer lopen we het traject voor het vorige. We parkeren weer in Linne, net als gisteren, en nemen bus 60 naar Roermond en vandaar bus 63 naar St Odilienberg. Bus 63 heeft maar 1 halte in St Odilienberg, en dat is niet de halte die op het kaartje staat. Wanneer we per abuis te vroeg willen uitstappen, wijst de chauffeur ons er vriendelijk op dat St Odilienberg nog een paar kilometer verder is. De halte waar we uit stappen, staat op het kaartje wat we donderdag hopen te lopen: kaart 49. Even de kaart bekijkend concluderen we dat we dicht bij de route zijn uitgestapt. We besluiten daarom een deel van kaart 49 er bij te doen.

De route voert ons vlak achter de huizen langs de provinciale weg langs. Wanneer we die oversteken, komen we bij het oude hart van St Odilienberg. We hebben ene mooi uitzicht op de basiliek de H.H. Wiro, Plechelmus en Otgerus, soms kortweg de basiliek van St. Odilienberg genoemd. Er zou reeds in 706 een abdij op deze plaats hebben gestaan, waarvan echter geen resten bekend zijn.

De beek de Roer (niet te verwarren met de Ruhr) is buiten zijn oevers getreden. Een deel van het pad is overstroomd; gelukkig kunnen we gemakkelijk langs de weg lopen.

Via een grintweg komen we bij een broekbos. De broekbossen in het westen van Nederland zijn meestal vloedbossen; dit broekbos lijkt door de langdurige regen onder water te staan.

We komen bij het begin van de wandeling die we gepland hadden staan, en worden nu echt het bos ingestuurd. Een gedeelte van het traject valt samen met het Pieterpad, Nederlands bekendste lange afstand wandelpad. Soms wijkt het Pieterpad even af, en komt later weer terug. Het is een mooi bos, en de paden zijn geen rechte brede zandwegen, en toch wordt ik niet heel enthousiast over dit bos. Er zijn genoeg kleine hoogteverschillen, en vaak zijn volgens het enige wat we horen. Misschien ben ik te verwend geraakt, maar ik mis ondergroei. Bramen en gras zijn het enige wat ik zie. Tegen het eind van de wandeling komen we een stuk tegen met varens. Ondanks dat er genoeg licht is, groeit er weinig in de kruidlaag. Wel wordt de wandeling opgefleurd door cinrtoengeeltjes. De vrolijke vlinders dartelen rond dat het een lieve lust is.

Tegen het eind van de wandeling zien we toch twee planten: kleine maagdenpalm, die alleen in Zuid-Limburg echt in het wild voorkomt, en rankende helmbloem.

Het vervolg van het pad leest u hier.

Gewandeld: 48,3 + 10,5 = 58,8km.

Geen opmerkingen: