maandag, mei 15

Een veldsla weekje

Ik denk dat het maandag 24 april is geweest dat ik tijdens mijn lunchpauze wandelingen een klein plantje zag op een muurtje langs de weg. Het plantje frappeerde, omdat het niet duidelijk was in welke familie het moest vallen. Vijf witblauwe kroonblaadjes, gedeeltelijk vergroeid, en niet uitgerand, zoals de botanici dat in vaktermen noemen. Dat wil zeggen dat de kroonbladen in het midden van de buitenrand geen 'deukje' hebben. De bloemen staab gegroepeerd in hoofdjes met een soort omwindselblaadjes.

Het vergroeien van de kroonbladen suggereerde dat het misschien in de Anjerfamilie zou kunnen thuishoren. maar bij het bladeren door enkele flora's leek het daar toch niet thuis te brengen. De bladeren van het plantje vormden een duidelijk wortelrozet. En daar waren er niet zo heel veel van.

Een tweede gedachte vormde de Ruwbladigenfamilie. De bloempjes waren heel klein, slechts enkele millimeters. En sommige vergeet-mij-nietjes hebben heel kleine bloemetjes. Maar ook daar was het plantje niet thuis te brengen.

De week daarop, de eerste week van mij, had ik een weekje vakantie genomen. Vorige week ging ik natuurlijk direct kijken. Helaas, het hele muurtje was keurig van onkruid gezuiverd. Nee, toch niet helemaal: aan het eind van het muurtje, vlak bij het spoorwegviaduct, stonden nog enkele exemplaren.

Omdat de familie niet duidelijk was, ben ik toch maar eens met een van de grote sleutels voorin de Heukels flora aan de slag gegaan. Eerlijk gezegd heb ik daar niet zulke geweldige ervaringen mee, omdat ik daar als beginnend amateurtje regelmatig de mist mee inga. In dit geval stuurde Heukels mij regelrecht naar de Valeriaanfamilie. Uiterst onwaarschijnlijk, was mijn conclusie. Maar goed, toch maar eens in die familie kijken waar we dan uitkomen. Het volgen van de ja/nee antwoorden in de 1996 editie bracht me bij de veldsla. Wat vergelijken in de Tirion flora en op internet geeft een euforische gevoel: Het plantje moet inderdaad veldsla zijn.

Die avond is er wel een varassing bij het eten. Onwetend van mijn activiteiten heeft mijn vrouw eens wat andere groente ingeslagen, u raad het al: veldsla.

Op een van de volgende avonden flans ik voor de wikipedia snel een overzichtsartikeltje over het geslacht Veldsla in elkaar. Me er op deze wijze in verdiepend kom ik erachter dat er binnen dit geslacht twee soorten in aanmerking komen: de "gewone veldsla", die mijn wikivriend Rasbak al beschreven heeft, en de gegroefde veldsla. De gewone veldsla groeit op vruchtbare grond, de gegroefde veldsla op mueren en andere arme grond. Die laatste is veel zeldzamer. Ook op commons.wikimedia.org zijn daar nog geen foto's van. Helaas lijken de verschillen vooral in de zaadjes te zitten.

De week daarna onderzocht ik de zaadjes nog eens zorgvuldig onder een sterk vergrootglas. Helaas, helaas, zowel de veldsla op het muurtje als die in de tuin zijn de "gewone veldsla", die in de nieuwe heukels gewoon "veldsla" heet. Jammer, maar zoals onze westerburen zeggen: "you cant win them all".