maandag, november 9

Smalle olijfwilg



De Smalle olijfwilg (Elaeagnus angustifolia, synoniem Elaeagnus argentea) ziet er uit als een wilg, met de lange, smalle zilvergrijs behaarde bladeren, maar de gele bloemen maken onmiddellijk duidelijk dat dit geen wilg kan zijn. Wilgen (geslacht salix hebben immers katjes.

Eerlijk gezegd was ik in juni redelijk verbaasd toen ik deze struik in de duinen bij kijkduin tegen kwam. Het duurde het enige tijd voordat ik de plant op naam kon brengen.

Een korte beschrijving: De struik wordt tot 3-6 meter hoog. De bladeren zijn ongeveer 5 maal zo lang als breed, en met zilvergrijze schubjes bedekt. Ook de jionge twijgen zijn zilvergrijs.

De bloemen zijn geel en kunnen gebruikt worden voor het maken van limonade. De donker roze besjes zijn eetbaar.

De struik is afkomstig uit Azië, waar het voorkomt van Rusland en Kazachstan tot Turkije en Iran. In 1736 werd de struik in Duitsland geïmporteerd, en komt nu in Zuid- en West-Europa voor.
In Nederland schuint hij vooral in de Zuid-Hollandse duinen voor te komen.

vrijdag, oktober 23

gallen op zomereik

De zomereik is op de een of ander manier bijzonder rijk aan insecten. Ze kent ook bijzonder veel gallen.

Hier een serie foto's van gallen die ik op 1 eik in Amersfoort aantrof. Op het gebied van gallen ben ik een beginneling, dus het is mogelijk dat de identificatie van onderstaande soorten niet exact is.




Cynips quercusfolii







Cynips longiventris







Neuroterus albipes







Neuroterus quercusbaccarum







Andricus lignicola







Andricus foecundatrix

Dat zijn 6 soorten op 1 eik! Mijn dank gaat overigens uit naar MarKoHu en Herman van der Meer van het forum op waarneming.nl voor het identificeren van Andricus lignicola!
De Andricus lignicola heeft voor zover mij bekend geen Nederlandstalige naam, maar wordt in het engels cola nut galls genoemd. Die naam verwijst naar de cola noot boom, een geslacht van zo'n 125 soorten in de bossen van tropisch afrika. De Nederlandse naam is niet wijd verspreid, maar is volgens gerrian van genoemd forum 'colanootgalwesp'. De gal zal dan wel de colanootgal genoemd worden.

De zomereik is bijzonder rijk aan gallen. Op de universiteit van Kortrijk alleen al staan 25 soorten opgenoemd.

Het leven van galwespen als de Andricus soorten is behoorlijk complex. Allereerst kennen ze twee generaties per jaar. De agame of ongeslachtelijk generatie kent alleen vrouwtjes. De sexuele generatie kent zowel mannetjes als vrouwtjes. Deze kunnen in dezelfde gal of in verschillende gallen zitten. De gallen van beide generaties hebben soms een totaal verschillend uiterlijk, en soms een verschillende plaats op de waardplant, en soms zelfs een andere waardplant.

Wie denkt dat de made in zo'n gal lekker veilig zit, komt bedrogen uit. Zo kent de bovengenoemde Andricus lignicola alleen al een vijftal parasieten: Mesopolobus dubius, Mesopolobus Fuscipes, Mesopolobus tibialis, Mesopolobus xanthocerus en Aulogymnus skianeuros.

Nuttige sites voor het op naam brengen van gallen zijn:
* http://forum.waarneming.nl/
* http://www.xs4all.nl/~werthof/plantengallen/
* http://www.plantengallen.com/
* http://www2.knnv.nl/lelystad/gallen.pdf
* http://people.zeelandnet.nl/grada/gallen/
* http://hedgerowmobile.com/Andricuslignicola.html

zaterdag, augustus 8

Boelekeerl pad

Het Boelekeerl pad is aan natuurwandeling aangelegd op initiatief van een aantal buurtbewoners. Het is een prima pad geworden. Wij begonnen bij boerderij Boldiek, waar we een kaartje van de wandeling kochten.

Het eerste deel van het pad voerde ons door weilanden. Wat opviel was de absolute rust: vliegen, vlinders, een roofvogel, en 1 boer. Ik miste het verkeerslawaai ;-)

Daarna kwam een nieuw gecreëerd natuurterrein: de Heidehoekse vloed. Hier troffen we de bekende zeldzame soorten aan: Klokjesgentiaan, Ronde zonnedauw. Stijve ogentroost en Echt duizendguldenkruid. Dit was ook het drukste deel van de route: we kwamen twee amateur fotografen tegen. Volgens een van hen groeide er ook teer guichelheil, de blaadjes hiervan kwamen we inderdaad tegen.

Het laatste deel van de tocht liepen we de ochtend er op, omdat we geen zijn hadden in de zinderende middaghitte rond te struinen. Het Besseldersbos is een relatief nieuw ontstaan bos, aangeplant na de ruilverkaveling Halle-Wolfersveen in 1999. Er zou een gevarieerde plantengroei zijn; persoonlijk vond ik die aardig tegenvallen.

Leuk was wel de hand van de boelekeerl aan het eind van de tocht. De bewoners weten de sfeer er in te houden.

woensdag, juli 29

Neophyten

Neophyten zijn niet nieuw. (pun intended)
Neophyten of exoten zijn soorten die zich gevestigd hebben in streken waar ze eerst niet voorkwamen.

Het verschijnsel is van alle eeuwen. De flora van nu kent heel wat andere soorten dan die in de romeinse tijd. Er zijn talloze soorten planten en dieren meegelift met reizigers. Sommigen zijn met opzet geïmporteerd, zoals door von Siebold die in japan diverse soorten struiken en planten verzamelde. Andere soorten zijn uit Noord-Amerika, Zuid-Amerika, of China hierheen gehaald. Eenmaal in Europese tuinen aangeplant, bleken ze het klimaat en de bodem te waarderen en verspreiden zich in het wild. Zo komen een aantal van onze bollen uit het huidige Turkije.

Anderen zijn onbedoeld meegelift, zoals het Bezemkruiskruid en het Klein knopkruid.

Eind juni wandelden mijn vrouw en ik door de duinen ten zuiden van Loosduinen. Daar kwamen we een lid van de Leliefamilie tegen. Ik dacht eerst aan de Boerenlelie, maar dat bleek bij thuiskomst toch niet te kloppen. In de Flora Helvetica zag ik de Hemerocallis fulva. Deez soort, afkomstig uit Azie van de Kaukasus tot Korea en Japan. In de Verenigde Staten staat ze als invasieve plant bekend. In Nederland wordt ze vanwege haar prachtige bloemen door verschillende kwekers aangeboden.
Blijkbaar is ze ook in ons land in stata te verwilderen. Tenzij er schadelijke neveneffecten zijn, lijkt me dat met deze prachtige bloemen geen ramp.

De soort komt overigens voor in het Nederlands soortenregister on de naam Bruine daglelie. Dat bruin vind ik persoonlijk niet zo toepasselijk, oranje komt voor mij voor wat betreft de kleur van de kroonbladen dichter bij de waarheid.

Overigens heeft ze ook nog andere namen: Daglelie en Achtuur-bloem.

De site waarneming.nl geeft als zeldzaamheid alggemeen, iets wat me twijfelachtig lijkt, want vervolgens zie ik slechts 4 waarnemingen: 3 in zuid-limburg, 1 in gelderland.

zaterdag, maart 28

Westduinpark


Het Westduinpark is een stuk duingebied tussen Scheveningen en Kijkduin. Over dit fraaie stuk natuur heb ik al eerder geschreven. Vrijdag 28 maart maakten we er weer eens een wandelingetje. Langs de zeereep viel nog niet veel bloeiends te ontdekken. Maar in het binnenduin stuiten we op de Grote sneeuwroem. Een leuk klein plantje. Klein, ondanks zijn naam.

Even later kwamen we de Oosterse sterhyacinth tegen. Die lijkt er sterk op, ten minste op het eerste gezicht. Maar als we de bloemen nader bekijken zien we grote verschillen. Zo zijn de meeldraden van de Ossterse sterhyacinth allen losstaand en is het vruchtbeginsel direct zichtbaar. Bij de planten in het geslacht sneeeuwroem zit het vruchtbeginsel opgesloten in een kokertje. Van dit kokertje begreep ik dat dit uit uitgegroeide, platte meeldraden bestaat.
De twee stonden vrij dicht bij elkaar in de buurt, blijkbaar houden ze van dezelfde bodemgesteldheid.

zaterdag, maart 21

Waalsdorpervlakte

De Vlakte van Waalsdorp, zoals het officieel heet, is natuurlijk geen natuurterrein. Het is een militair terrein.

Mijn vrouw en ik zijn vorig jaar begonnen delen van het Hollands kustpad te volgen. Dit loopt van Hoek van Holland tot Den Helder. Het traject van vandaag loopt vanaf het TNO/NATO gebouw op de Haags - wassenaarse grens over de Waalsdorpervlakte vlakte naar Meijendel. De bewegwijzering in het boekje was onmogelijk te volgen, maar de bewegwijzering langs de paden was vrij goed. Op 1 y-splitsing ontbrak de bewegwijzering. Daar hebben we de linkertak van de Y gekozen en kwamen goed uit.

Op de Vlakte van Waalsdorp is er natuurlijk het herdenkingsmonument. Vorig jaar ben ik daar voor het eerst geweest, met onze oudste zoon. Dat was heel indrukwekkend. De herinnering daaraan kwam weer helemaal boven. Naast de bekende klok zijn er ook een aantal kruisen, die herinneren aan de 250-280 landgenoten die hier hun leven lieten voor Vaderland, onafhankelijkheid en Vrijheid.

Hoewel er nog vrijwel niets in bloei staat, was het een afwisselende wandeling. Stukjes bos, open zand, duindoorn. In Meijendeel kruist onverwacht een roedel herten ons pad. Het voorjaarshelmkruid kwam al goed op. Dit is een echte vroegbloeiende duinplant, met onopvallende geelgroene bloemetjes.

woensdag, maart 18

Crocusjes

In de lunchpauze probeer ik elke dag een korte wandeling te maken. Daarmee sla ik 3 vliegen in 1 klap: ik bestrijd het op mijn leeftijd altijd zeurende overgewicht, het helpt de rugklachten te bestrijden en ik kan nog eens wat mooie natuur fotograferen.

Omdat de huidige klant in Zeist zit, is dat dus regelmatig Zeist.

Een of twee weken terug hadden we opeens een mooi lunchpauze, en de bijen uit een kast komen en lustig de buitenlucht verkennen.

En vorige week zag ik ook een stel wilde krokusjes. Nu is dat niet zo bijzonder, want krokussen worden overal aangeplant en bloeien al een paar weken volop in de middenbermen van de wegen in de grote steden. Maar dit waren verwilderde exemplaren (gebeurt ook volop, nog steeds niets bijzonders) met een hele zwerm wespen.

Nu hebben ze mij geleerd dat hommels de eerste insecten zijn, omdat ze een mechanisme hebben om voor zichzelf extra warmte te verzorgen. Maar dit jaar heb ik nog geen hommel gezien. Dus komt de vraag op: is er iets met onze hommels gebeurd?