zaterdag, september 20

Boongal


Voor camping de Betteld heb ik ooit 3 wandelingen beschreven. Die had ik wat uit willen breiden tijdens een weekje vakantie daar, maar nu mijn vrouw nog een aantal weken thuis zit met een gebroken enkel, moet ik mijn aandacht richten op zaken die dichterbij liggen. Het dichtstbij ligt het Florence Nightingalepark. Volgens de gemeente Den Haag is dat een buurtpark. Het valt op door de vele stinzenplanten. Ik ben begonnen een wandeling door het park te beschrijven, en zo de Heere wil en wij leven zal ik die zeker bij de andere wandelingen publiceren.

Ik trof er ook twee soorten wilgen aan. Nu zijn wilgen niet gemakkelijk te determineren, maar ik kwam uit op de schietwilg en de kraakwilg. Beiden staan ze als knotwilgen langs een sloot. Op de schietwilg zag ik boonvormige gallen. Als ik de website van werthof goed interpreteer is dit dus pontania proxima. Die geeft geen Nederlandse naam, de naam boongalg is op een groot aantal pontania soorten van toepassing.

De boonvormige gladde gallen zijn ongeveer even groot aan beide zijden van het blad. Het vrouwtje legt haar ei in het blad. De gal ontstaat doordat de larve van het zachte blad begint te eten. Het blad verzet zich hiertegen door een harde gal rondom de larve te vormen. Deze kan groen, rood of geel zijn, en bevat een enkele larve. De meeste auteurs schijnen er van uit te gaan dat er 2 generaties per jaar zijn: de voorjaarsgeneratie komt aan het eind van het voorjaar uit haar verpopping tevoorschijn. Aan het eind van de zomer komt de tweede generatie uit en de larven hiervan overwinteren als pop.

De larven van P. proxima vormen weer voedsel voor o.a. vogels. Ze vormen echter ook voedsel voor de parasieten Pnigalio nemati, voor de parasitaire wesp Pteromalus dolichurus (familie Pteromalidae), Scambus vesicarius, de sluipwesp Diaparsis stramineipes
(familie Ichneumonidae), de parasitaire wespen Bracon picticornis en Bracon discoideus (familie Braconidae) en voor
de snuitkever Curculio salicivorus.

Nu zou een mens gemakkelijk denken: met al die parasitaire wespen blijven er maar weinig over. Maar in de praktijk valt dat op de een of andere manier reuze mee: bij een observatie bleek dit slechts tot 7% reductie in het aantal pontania te leiden! Nu komen die wespen en andere insecten niet hier in dit parkje voor (ik heb ze in ieder geval niet gezien), maar het illustreert voor mij wel de ongelooflijke diversiteit in de schepping.