woensdag, juli 24

LAW Grote rivieren, kaart 1-2: Hoek van Holland - Maasdijk

Deze had ik al eerder beschreven, namelijk hier: http://teunspaans.hyves.nl/blog/56592696/LAW_HvH_Maasdijk_kaart_1_en_2/Efsc/

zaterdag, juli 20

LAW Grote rivieren kaart 3-4-5: Maasdijk - Maassluis

Zaterdag 20 juli 2013

Vandaag geen foto's, want de camera is kaduuk en ik heb nog geen nieuwe.

Gratis parkeren bij een station, kan dat nog in Nederland? Ja, we parkeren de auto bij station Maassluis-west, en nemen vandaar bus 33 naar Maasdijk, Oranjesluisweg. Daar pakken we kaart 3 op bij de Pettendijk. In de berm van de Pettendijk groeit o.a. ruwe smeerwortel, rode en witte klaver, en citroengele honingklaver. Allemaal niet zo heel bijzonder.

De route voert ons langs de oranjepolder. Het boekje wekt de indruk dat de Oranjepolder een bloemenzee is, maar helaas zien we daar niet zo veel van. Ik vermoed dat het deltapad, dat door de oranjepolder heen loopt, een mooiere route volgt. Halverwege, bij de korte kruisweg, maken we de keuze om het fietspad te volgen, omdat dit gemakkelijker loopt dan de dijk. Deze is fors afgegraasd, en belooft botanisch niet zo veel interessants.
Het blijkt een gelukkige keuze, want aan het eind van de dijk blijkt dat het hekje nar het fietspad dicht is en alleen zeer slanke mensen zich er tussen door kunnen worstelen.

Het traject van kaart 4 ervaren we als een leuk stuk. In de sloten zien we niet alleen de witte waterlelie en gele plomp, maar ook watergentiaan, zwanenbloem, pijlkruid en waterweegbree. Maasland kenden we niet, ondanks dat we redelijk in de buurt wonen, en blijkt een pittoresk dorpje te zijn.

Kaart 6 heeft iets van een "moetje". Maar de planners hebben hun best gedaan. Het jaagpad langs het water is relatief rustig, en brengt ons naar het centrum van Maassluis, waar we onder de klanken van het carillon richting veerpont lopen.

Het plan was om vanaf hier het deltapad langs de nieuwe waterweg te volgen naar station Maassluis-west. Een bruggetje blijkt niet toegankelijk, en we volgen daarom het fietspad langs de spoorbaan terug richting station Maassluis West.

maandag, juli 15

Auvergne, zaterdag 13-05-2013, col de la croix morand -

We wandelen een deel van de Gr-04? vanaf de Col de la Croix Morand richting Col de la Croix St-Robert. De reden dat ik een vraagteken achter het nummer zet is dat onze kaart wel de grande randonnees vermeldt, maar niet de identificaties. Onderweg naar ons startpunt kunnen we zien hoe er nog sneeuw ligt op de noord hellingen. De Col de la Croix Morand is voorzien van een goede parkeerplaats waar we moeiteloos de auto kwijt kunnen. Het begin van de route staat duidelijk aangegeven met zowel een trapje waarmee we het hek over kunnen, als met een waarschuwingsbordje dat het pad in onderhoud is. Daardoor kunnen sommige passages moeilijk zijn. De Col de la Croix Morand ligt op 1365 meter hoogte, niet helemaal op alpine hoogte maar toch er dicht tegenaan. Het landschap is boomloos, de weiden ogen alpine. Een tweede bordje informeert ons dat het "interdit" is het pad te verlaten.

We klimmen over het daarvoor bedoelde hekje, en het spoor loopt duidelijk zigzaggend de berg op. Een kudden koeien loopt verderop in het weiland, dat netjes met draad afgezet is. De flora ziet er met paardenbloemen en korte grassen nog niet erg alpine uit.

Het pad wordt met palen en met verfstrepen op de stenen goed aangegeven. Nergens staan we in twijfel. De flora verandert geleidelijk door het verschijnen van de grote gele gentiaan, heide en een Bosbes (vaccinium) soort. Even verderop groeit een witte boterbloem, wanneer ik hem op de terugweg met de Flora Helvetica determineer kom ik uit bij ranunculus platanifolius. Die ken ik meer uit de Duitse bossen dan van alpenweiden. Vreemd. In mijn Franse flora wordt vermeld dat deze ook op drge grasvelden voorkomt.

Een wandelaar komt ons tegemoet en in mijn beste school Frans informeer ik of er verderop passages difficiles waren. In door levenslange ervaring rapide Frans antwoordt hij dat daar geen sprake van is. Even verderop is een plant uitgebloeid die vermoedelijk de Trollius Europeus is. Dat geeft een merkwaardig verschil met de Pyreneeën: daar stond de trollius volop in bloei, en kwam de gele gentiaan in onze tweede week volop in bloei. Hier is de trollius uitgebloeid, en moet de gele gentiaan eigenlijk nog in bloei komen. Terug bij de tent zie ik dat verschillende anemonen in uitgebloeide staat verdacht veel lijken op trollius europeus.
Langs het pad staat ook de Bosbes (vaccinium) soort in bloei, waarvan ik de smalle wit-roze bloemetjes niet determineer. De eveneens volop aanwezige heide heeft zelfs nog geen knoppen. We steken nog een hekje over, en gaan verder omhoog. Al spoedig bereiken we de eerste top, de Puy de la Tache op 1635 meter hoogte. Hier blokkeert een kudde koeien het pad. Omdat we de koeien niet kennen, kiezen we de veiligste weg en maken een kleine boog om de kudde heen. Later zien we anderen zonder aarzelen dwars door de kudde lopen. We hebben naar alle kanten een mooi uitzicht, onder andere op het Lac de jambon met het kleine Ile d´amour, en het Lac de Guery.

Het pad voert hierna omlaag om weer even te stijgen naar de Puy de Monne (1692m). Hier gebruiken we de lunch.

Langs het pad staat een plant in knop die de typische bloeiwijze van een ui heeft. De ui die ik aantreft staat nog in knop, de determinatie sleutel van de FH probeer ik niet op planten die niet in bloei staan. Bij de tent terugbladerend door de foto´s en beschrijvingen zou het allium victoriales geweest kunnen zijn.

Het pad voert onder de top van de Puy de Barbier langs. De helling gaat hier vanaf het pad vrij steil omlaag, en hoewel het pad niet direct gevaarlijk oogt, wil Jos liever terug. Ze is deze vakantie al een paar keer gevallen en speelt het liever safe. We zien nog een plant die we niet kennen, met de witte bloemetjes zijn dermate klein dat ik ze ondanks mijn x10 loep niet kan determineren. Er staat er maar eentje van, dus extra zuinig zijn met dit exemplaar.

We komen nu regelmatig mede wandelaars tegen. Sommigen hebben duidelijk de Franstalige gids in de hand, anderen lopen met volle bepakking.

Op de terugweg valt mij nog een plant in knop op die in knop staat, met de bladeren in een (schijn)krans. De bloem lijkt paars te worden, maar dat kan ook de kleur van de kelk zijn. Ook onduidelijk.

Zonder problemen lopen we weer terug. De kudde koeien blokkeert nu de weg naar het hekje, maar we kunnen er omheen en bereiken weer de auto.

dinsdag, juli 9

Pic de Tarbesou, poging 2.

Dinsdag 9 juli 2013

Vorige week hebben we op een van onze eerste wandelingen geprobeerd de Pic de Tarbesou te bereiken vanaf de Col de Pailheres. Die poging liep toen vast op sneeuw. Vandaag zijn we een week verder, een week van smeltende sneeuw.

Onderweg naar de col staat de brem (vermoedelijk Cytisus sessilifolius) nog steeds in bloei. We parkeren opnieuw op de Col de Pailheres. Het tour de France circus is vertrokken, er staan nu alleen auto´s van wandelaars. Het eerste deel van de drie mogelijke routes is gezamenlijk. De beoogde route is een landweg om Picou de Monegou heen, en terwijl we het eerste stukje lopen zien we enkele wandelaars over onze beoogde route terugkeren. Het blijken Britten te zijn, prettig, want mijn Engels is een stuk beter dan mijn Frans. De Britten zijn over de sneeuw omhoog gegaan, en vertellen dat de sneeuw omhoog veilig is en dat er maar twee meter sneeuw op de weg om de Picou de Monegou heen ligt.

Eenmaal op de landweg rondom Monegou is goed te zien dat de sneeuwwand boven de weg zich een stuk terug getrokken heeft. De vorige week achtten we deze route niet veilig vanwege het lawine gevaar van deze sneeuwwand. Nu is er nog wel een sneeuwmuur, maar er staan zoveel struiken vrij van sneeuw tussen de sneeuwmuur en de landweg dat deze een lawine wel op kunnen vangen.

Toch is er nog pm twee meter waar we even voorzichtig moeten zijn. Het sneeuwvrije stuk is maar enkele centimeters breed, en het gras is hellend, nat en glad. Daarna is het gewoon doorstappen. De landweg is goed te volgen, ook als deze zich bij het smalle voetpad naar de top van de Pic de Tarbesou voegt. Het meest hinderlijk zijn de vliegen, die ons hier boven de tweeduizend meter massaal volgen. Dat hebben we nog niet eerder zo meegemaakt - meestal zijn we boven de tweeduizend meter redelijk insecten vrij.

Onderweg hebben we wel een prachtig uitzicht op de bergen in de verre omgeving. Hoewel de buienradar een stralende hemel heeft voorspeld, wordt het zonnetje regelmatig geblokkeerd door een stel grijze wolken. De voornaamste struiken zijn opnieuw de Blauwe bosbes en het Roestbladig alpenroosje.

Het laatste stukje naar de top hebben we gezelschap van enkele Vlamingen. Op de top hebben we een prachtig uitzicht in alle richtingen, ook over de kleine bergmeertjes in het dal achter de top.

Bij de top groeit een steenbreek en een zuring. De zuring kan ik niet thuis brengen, maar de steenbreek is vermoedelijk Saxifraga pubescens, een endemit van de Pyreneen. Ik zal eens proberen die waarneming bevestigd te krijgen op een forum.

De terugweg doen we langs dezelfde route. Even nog heb ik de hoop dat we een tussendoorpaadje kunnen vinden, maar de weg wordt door een sneeuwplakkaat van naar schatting 500+ meter breed geblokkeerd. In mijn ervaring is dat op 2100 meter in juli ongekend, iets wat bevestigd wordt door verschillende Franse bergwandelaars. Dus toch maar weer de landweg rond de Monegou. Helaas glijdt mijn vrouw even uit op het korte, maar lastig gladde gedeelte. Bovenop de helling zie ik nog een gele bloem. Het lijkt een anemoon, maar de plant groeit op een lastig te bestuderen plek. Zonder verdere problemen geraken we weer bij onze voiture.

maandag, juli 8

Rond de meertjes van Puymorens

Vrijdag 5 juli

Vandaag maakten we een korte wandeling bij de meertjes van Puymorens. Op het parkeerplaatsje hadden we het bijna laatste onofficiële plekje, alle reguliere plekjes waren al in gebruik.

Het was een mooie wandeling. De brem, welke soorten het ook zijn, staan prachtig in bloei. Voor het eerst zagen we ook het Roestbladig Alpenroosje, Rhododendron ferrugineum, volop in bloei staan. Bij andere vakanties waren we meestal later in het seizoen, en was deze al bijna uitgebloeid.

We lopen de noordkant van het dal, wat de droge kant van het dal te zijn. We passeren de twee meertjes. Er graast een kudde paarden en koeien op het vlakke stuk grond aan het eind van het tweede meertje. Aan het einde van het tweede meertje is het even zoeken hoe het verder moet. We ontdekken het pad, maar merken ook dat de tijd al opschiet. We maken dan ook geen rondje, maar volgen dezelfde weg terug.

Planten onderweg waren het reeds genoemde roestbladig alpenroosje, ten minste twee bremsoorten, Nieskruid (helleboris niger) (zaaddragend), Alpenweegbree (plantago alpina), Biscutella cichoriifolia, en vermoedelijk Zandblauwtje (Jasione montana) en even vermoedelijk phyteuma globulariifolium en verrassend genoeg op de meest afgelegen plek in het dal Schijnpapaver (meconopsis cambrica).

Maandag 8 juli.

We besluiten om de meertjestocht bij Puymorens nog een keer te proberen. Jammer genoeg glijdt Jos bij het oversteken van een bergbeekje gemeen uit. Gelukkig lijkt ze er geen schade aan over te houden.

We starten ditmaal aan de zuidkant, en steken de beek te vroeg over, doordat een parkeerplaats die niet op de kaart staat ons van de wijs brengt. Wanneer we bij de laatste parkeerplaats zijn, kiezen we een onofficieel pad langs de beek. Het paadje voert langs een mooie waterval, die nergens op de kaart staat. Aan het eind van het tweede meertje is nu alleen de kudde paarden te zien. We volgen het pad aan de noordkant van het dal terug. De witte affodil (asphodelius albus) staat hier nu ook in bloei. Datzelfde geldt voor de grote gele gentiaan.

Op de terugweg stoppen we nog even op de col de Puymorens. Daar heb ik al rijdend twee kleuren orchideen gezien. In het voorbijrijden zien ze er in ieder geval zo uit. Omdat we nog tijd over hebben, wil ik ze nu wel eens bekijken. Het blijken inderdaad orchideen te zijn. Maar wel 1 soort, die zich vaak in twee kleuren vlak naast elkaar toont: Vliergeurorchis (dactylorhiza sambucina). Op de Nederlandstalige wikipedia heeft iemand hem vlierorchis gedoopt. Vliergeurorchis lijkt me nauwkeuriger.

Al met al een mooie wandeling: de paden waren af en toe wat uitdagend, de flora bijzonder, en de uitzichten boeiend.

donderdag, juli 4

Pyreneen, col de Pailheres, donderdag 4 juli

Donderdag 4 juli

Vandaag vertrekken we even na 9 uur naar de Col de Pailheres. Parkeren is al lastiger, de Tour aanhangers hebben grote delen met linten afgezet, maar we zijn niet voor 1 gat te vangen en vinden een oplossing.

We weten dat er sneeuw plakkaten liggen, maar willen toch proberen de 4 meertjes te bereiken. Eenmaal op pad loopt het best gemakkelijk. De enige bomen is een dennen soort, waar ik met mijn nieuwe franstalige flora niet uitkom. Onder de struiken zijn blauwe bosbes(Vaccinium myrtillus) en Rhododendron ferriguneum dominant, al komt er in het begin ook nog een heide soort voor. Tussen het gras bloeit net als twee dagen geleden het witte Pyreneen boterbloempje massaal. De blauwe gentianen passeren we zonder ze te bekijken.

Vlak voor de eerst sneeuwplek komt een Fransman terug. De sneeuw leek hem te gevaarlijk. Na het landschap en de sneeuw bekeken te hebben, wagen we het er op. De glooing van het landschap lijkt er op te wijzen dat de sneeuw nergens dikker als een halve meter is. Ook de hellingsgraad is beperkt. Dat kan geen diepe val betekenen. Enkele kleine bergbeekjes zijn lastig over te steken. Langs de oevers groeit volop de in Nederland ook bekende Dotterbloem.

Een tweede sneeuwplek ziet er wat gevaarlijker uit. Gelukkig kunnen we onder langs. Het pad wordt nu iets lastiger, maar er zijn geen steile afgronden of soort gelijke gevaren. We komen weer op het oude pad.

Langs het pad groeien twee roze bloemen. De duidelijkste is Soldanella alpina. Daar had ik in de Alpen al en aantal malen naar gezocht, en ik vind het reuze leuk die nu een keer te vinden. Minder opvallend is een klein roze bloempje dat ik nog niet ken: Primula integrifolia, soms Gaafbladige sleutelbloem genoemd. Het is met mijn nieuwe Franstalige Guide des fleurs de montagne wel even zoeken, maar de beschrijving klopt.

We arriveren bij een derde sneeuwplakkaat, en overleggen. Zonder duidelijke reden vertrouw ik deze niet. We wachten. Er komt een frans wandelechtpaar, en we overleggen. Ook zij vertrouwen het niet. Rechtsomkeert dus terug naar de auto. Op de terugweg bekijk ik nog een brem, die hier spaarzamenlijk voorkomt, maar iets lager uitbundig in bloei staat. Doornloos, blaadjes in drieen, zonder steel. Meeldraden vergroeid. Stijl naar boven gerold, maar niet spiraalsgewijs. Ik kom er niet uit. Cytisus sessilifolius komt er het dichtst bij, maar de illustratie in Guide de Fleures de montagne laat veel spaarzamer blaadjes zien.

Het was geen lange wandeling, maar wel een mooie. Gedurende twee uur wandelen zijn we drie keer andere wandelaars tegen gekomen. Alles straalt rust uit.