zaterdag, november 26

de Zandmotor

Voor de kust tussen Hoek van Hollend en Kijkduin is in het afgelopen jaar een groot schiereiland van zand opgespoten, de zandmotor. Dit gebeurde in het kader van de 2e maasvlakte, natuurcompensatie en een veiliger kust. De zandmotor is deze week voor het eerst door het publiek geopend, en vandaag was de eerste gelegenheid voor me om een kijkje te nemen.

De eerste indruk is er een van uitgestrektheid en ruimte. Het was heerlijk om in de wind over de wijdse vlakte te struinen.

Flora is er nog niet echt en persoonlijk betwijfel ik of die gaat komen. De enige plant die ik zag was een helm, niet heel bijzonder. Ik weet dat er ook de gelobde melde is waargenomen, maar hoe het die volgend jaar in de zomer zal vergaan als de plek open is voor publiek moet worden afgewacht.

zaterdag, september 17

Eik

Ik heb het hier al eerder opgemerkt: Weinig planten die zo rijk zijn aan gallen als onze zomereik. Op onze wekelijkse wandeling naar de kerk waren de gallen op de zomereik aan de Laan van Eijk en Duinen me al en paar keer opgevallen. Een van de gallen was nieuw voor me, kleine kale harde rode bolletjes, iets afgeplat en soms iets niervormig, maar meestal gewoon rond.

Gisteravond heb ik ze met gebruik van het gallenboek van van Leeuwen eens gedetermineerd. Ik kwam uit op de rode erwtengal, veroorzaakt door Cynips divisa. Een van de stappen die tijdens de determinatie nodig was, is het doorsnijden van de gal om te zien of de gal 1 of 2 kamertjes bevat. Het was er één, en tot mijn verrassing kwam er geen larve uit, maar een insect waarvan de p.m. 5 mm lange vleugeltjes gingen uitstaan. Vliegen deed het nog niet, maar toen ik een aantal minuten later weer keek was het tot mijn verrassing naar het 5-10 cm verderop liggende eikenblad gekropen!

Andere gallen die ik tegenkwam waren de Galnoot, gemaakt door de galwesp Andricus kollari, en een gal die ik determineerde als de plaatjesgal, Neuroterus albipes

Herfstbloeiers

Iedereen weet het: het voorjaar is de tijd om van bloemenpracht te genieten.

Toch viel me de afgelopen paar weken bij onze zaterdagse wandeling op dat er eind sptember en tot in de eerste helft van november nog opvallend veel planten bloeien. Voor fotografen zijn er natuurlijk ook nog veel vruchten op de gevoelige plaat, uhh, op het sd-kaartje vast te leggen.

Hier een paar van de vele bloeiende planten die ik in in de genoemde periode in 2010 tegen kwam:














Aarmunt







Stokroos




Moederkruid


Naast genoemde soorten zie ik nog regelmatig het kaal knopkruid en het bezemkruiskruid in bloei staan.

vrijdag, april 22

Park Sonnenburgh


In park Sonnenburgh is Rijswijk bloeit het volop. Sinds mijn vorige bezoekje zijn de narcissen en hyacinthen grotendeels uitgebloeid. Maar dat wil niet zeggen dat de bollentijd over is. De gewone vogelmelk (Ornithogalum umbellatum) verraste me bij binnenkomst. Ze is gemakkelijk te herkennen aan de zes witte kroonbladen met de groene streep aan de buitenzijde.
Bij de struiken stond de eerste rhododendron met mooie witte bloemtrossen te pronken. Ook de prunus laureacus stond in bloei. Als uitsmijter kwam ik een perkje ruwbladigen tegen. Iets wat op blauwe vergeet-mij-nietjes leek, en symphytum x uplandicum. Deze laatste zie ik in Nederland zelden. De bloemen zijn in knop vorm eerst rood, daarna blauw aan de basis en wit aan het uiteinde. Dat laatst is mijn observatie, De flora van Heukels vernmeld inzake het blauw/wit alleen: deels blauw.
De schichten leken me minder ontwikkeld dan die van de gewone smeerwortel, symphytum officinale, maar misschien komt dat effect gewoon door een kleiner aantal bloemen per schicht.
De bladen zijn zittend en kort aflopend, of kort stengelomvattend, terwijl ze bij de gewone smeerwortel doorlopen tot bij de lagere bladen.

De nederlandse naam is mestal Bastaard smeerwortel of Oplandse smeerwortel. De naam bastaard zegt het al: ze is een kruising tussen de gewone smeerwortel en de ruwe smeerwortel. In het engels staat de plant bekend als 'russian comfrey'. Ze werd in de 50-er jaren ontwikkeld door Lawrence D Hills.

dinsdag, april 19

Bedrijventerreinen


Bedrijventerreinen worden door natuurliefhebbers vaak met minachting bekeken. En natuurlijk behoren bedrijventerreinen tot de gebieden waarin de mensen een sterk overheersende rol spelen. Er is weinig 'natuurloijks' aan. Voor stadsmensen als ik zelf is een groen weiland een veel meer 'natuur'.
Toch kunnen we op bedrijventerreinen soms leuke stukjes tegenkomen. Op bijgaande foto, genomen in Amsterdam - Zuidoost, in de buurt van de Arena, zien we de dotterbloem en de pinksterbloem.
Op een bedrijventerrein in Gouda kwam ik een aantal jaren geleden de bijenorchis en de gevlekte rietorchis tegen.

maandag, april 4

Hollands kustpad


Het Hollands kustpad is een lang afstandswandelpad van Hoek van Holland tot den Helder. Volgens wikipedia is het 213 kilometer lang. Mijn vrouw en ik zijn een paar jaar geleden begonnen met delen hiervan te lopen.

Afdgelopen zaterdag hebben we weer een stukje hiervan gewandeld, het stuk tussen Katwijk en Wassenaarse slag. De bewegwijzering was helder, de route goed gekozen. De route voerde langs enkele natte duinvalleien. Van zeldzame planten, waarom deze valleien bekend staan, was niets te zien.

Het stuk Berkenheide, waar staatsbosbeheer 5 jaar bezig is geweest met herinrichting, kent ook een grote natte vallei. Hier lijkt de kans op zeldzame planten me een stuk groter, al hebben we ook in voorgaande jaren de vallei enkele malen bezocht en er nog niets gevonden.

Onderweg kwamen we enkele grote grazers tegen, die verondersteld worden de zaak open te houden. Of ze ook werkelijk de duindoorn tegen houden betwijfel ik nog steeds. Het was een mooie wandeling, met prachtig weer. Als conditietraining na het winterseizoen voor de geplande vakantie in Italie voldeed de wandeling uitstekend. Voor bloeiende planten was het nog te vroeg, de enige bloeiers die ik kon ontdekken waren kleine veldkers en klimopereprijs.

zaterdag, maart 26


In park Sonnenburgh zijn de winterakonieten helemaal verwelkt. Ook de sneeuwklokjes zijn op hun retour.

Een bolgewas wat me al enige tijd intrigeerde was degene op de foto hiernaast. De flora van Heukels leidde naar het geslacht scilla, maar de soorten in dit geslacht kwamen niet overeen met wat ik zag. En daarmee was er dus geen de zekerheid dat het een plant uit dit geslacht betrof. Ook de uitgebreidere flora van Thijssen, waarin vaak aangeplante soorten zijn opgenomen, bracht geen uitkomst. Zonder toegang tot de dure flora europeae, was mijn volgende keus de alpenflora. De Flora von Osterreich, Liechtenstein und sudTyrol bleek wel tot een passende beschrijving te leiden: de streephyacinth, Scilla mischtschenkoana. Die komt daar voor in een apart geslacht, othocalla, dus als Othocalla mischtschenkoana, maar alle andere flora's brengen de soort onder in het geslacht scilla. Daar zal ik me dan maar aan conformeren.
De kleur van de zaadjes kan ik nog niet controleren, dat zou nog een mooie bevestiging zijn.

Verder blijkt het oprukkende voorjaar natuurlijk uit de grote aantallen krokusjes die overal de grond uitschieten. Opvallend is het grote aantal witte en paarse krokusjes. Gele zijn er veel minder. Iemand vertelde me dat mussen de gele krokussen zouden eten. Volgens een inmiddels opheven forum stond in een boek van Gerrit J. Keizer: "Mussen eten de bloembladeren van de gele crocus, omdat die een hoge concentratie beta-caroteen (pro-vitamine A : een krachtige anti-oxydant) bevatten en zij zo het voorjaar met een fikse vitamineshot ingaan." Dat zal dus wel zo zijn.

Natuurlijk zijn het niet alleen krokusjes die nu hard gaan. In onze tuin vond ik het eerste Maarts viooltje dat haar paarse bloemetje toonde. Het Klein hoefblad staat ook algemeen in bloei.
Wat me opvalt is dat het dit voorjaar veel warmer lijkt te zijn dan vorig jaar. De hele natuur wordt wakker. Speenkruid is een andere bekende voorjaarsbloeier die we op veel plaatsen aantreffen.

Bij een tweede bezoek aan Park Sonnenburgh kwam ook het vingerhelmkruid en een paars gekleurde anemoon voor. Het vingerhelmkruid kwam in grote aantallen voor, een typische stinzeplant, die het hier goed doet. De anemoon was met maar twee exemplaren vertegenwoordigd. De kroonbladen waren aan de buitenzijde kaal, dus waarschijnlijk betreft het verwilderde exemplaren van de oosterse anemoon. Ook andere voorjaarsbloeiers, zoals de narcis, staan in hun volle glorie te stralen.

zaterdag, februari 26

Park Sonnenburgh is een landgoed in Voorburg, daterend uit ten minste 1657. Dat is in ieder geval volgens het bord bij een van de ingangen de oudste vermelding.

Afgelopen week bood dit parkje een mooie gelegenheid voor een lunchpauze wandeling. Het parkje kent ondanks de beperkte omvang wel afwisseling: open gras, water, bomen en struiken. Oud hout laat men ecologisch verspreid liggen, maar doet hier niet rommelig aan. Ik zag vrijwel nergens zwerfafval.


Een veelvoorkomende struik is de hulst. De hulst, anders dan andere inheemse soorten als de eik en braam, kent niet zo veel parasieten. Het grote gallenboek noemt 1 soort bladluis, Aphis ilicis, een zwart diertje waardoor de bladrand naar beneden inkrult.

Die zag ik niet, maar wel de bladmineerder Phytomyza ilicis, een diertje uit hetzelfde geslacht dus.
De bladeren met de geelgroene plekken waren talrijk, bepaald niet een zeldzaam geval.

woensdag, februari 9

Winterakoniet


Afgelopen zaterdag ontdekte ik in het Florence Nightingale parkje de winterakoniet (Eranthis hyemalis). De plant hoort bij de ranonkelfamilie, en is gemnakkelijk te herkennen aan de gele bloemen in combinatie met de stengelbladen, die in een krans van 3 staan. Die drie bladen zijn dan elk ook nog eens handvormig gedeeld, wat samen de indruk wekt van een uitgebreide waaier van blaadjes.

Vanmiddag kwam ik er eindelijk toe een foto te gaan nemen, maar helaas waren de bloemetjes al dicht. Wel een vrolijk gezicht!





In het midden van het Florence Nightingale parkje is een klein eilandje. De milieudienst van de gemeente den Haag heeft dat eens grondig opgeschoond. Het resultaat, zoals op bijgaande foto te zien is, is netjes, maar persoonlijk vind ik het jammer: het wilde, oerwoud-achtige karakter van de begroeing is verdwenen, ik vond dat wilde wel mysterieus en mooi!

Het hout lijkt men gedeeltelijk te hebben laten liggen, maar als houtwalletje. Het idee zal vermoedelijk zijn dat dieren daar beschutting kunnen vinden. Het lijkt me dat dieren veel; meer beschutting vinden in tussen het los liggende dorre hout over het hele eiland verspreid, als in 1 houtwalletje. Het resultaat is in ieder geval wel erg park achtig. Weinig natuurlijk, maar wel netjes.