maandag, oktober 23

Planten: Kruiskruid

Planten: Kruiskruid

Kruiskruid


De duinen - ik heb het er vaker over gehad. Je zou denken: half oktober is er niet zoveel meer te beleven als het om planten gaat. In dit weekje herfstvakantie valt dat echter reuze mee.

Of dat door het warme najaar komt? Ik heb geen idee.

De eerste struik die we nog in bloei tegenkomen, is een roos. De determinatie doe ik samen met mijn vrouw. We hebben in de duinen wel vaker geprobeerd rozen op naam te brengen, maar dat stuitte altijd op wat problemen. Dit keer komen we met een pas aangeschaft tweedehands exemplaar van de Flora van Heimans, Heinsius en Thijsse goed uit: Rimpelroos.

Eerst door de binnenduinen, later meer richting zeereep. Op het pad er naar toe valt mijn oog op de laatste gele bloemetjes van een onooglijk plantje. Na determinatie kom ik uit op het "kleverig kruiskruid". Nu weet ik dat we op de Nederlandstalige wiki al een aantal soorten kruiskruid hebben staan, dus de kans dat ik over deze soort een nieuw artikeltje kan schrijven lijkt me vrij klein.

Op de wegterug naar de Sahvorin lohmanlaan komen we nog een struik met paarse bloemtjes tegen. Eerst kan ik hem niet thuisbrengen, maar op de terugweg schiet me te binnen welke het is: Boksdoorn.

Bij thuiskomst blijkt tot mijn verrassing dat het Kleverig kruiskruid nog niet beschreven is. Sterker nog: ook het reeds genoemde commons heeft er nog geen foto van. Bovendien herinner ik me van de vakantie dat ik in Oostenrijk twee andere soorten kruiskruid gezien heb: Rivierkruiskruid en Senecio incanus.

Ook van het rivierkruiskruid heeft commons nog geen foto, en van Senecio incanus slechts een.

Planten als het Kleverig kruiskruid fotografeer ik niet omdat ze zo mooi zijn. Ze zijn eigenlijk gewoon onooglijk lelijk. Maar dat is niet zo belangrijk. Ze zijn er, ze maken deel uit van onze Nederlandse flora, en verdienen het alleen aldoor hun bestaan om goed gedocumenteerd te worden. Het is zoiets als met verzamelen: als de baccil van de volledigheid je eenmaal besmet heeft, wil je ze allemaal hebben.

Alle aanleiding dus om de Senecio afdeling eens duchtig uit te breiden.

donderdag, oktober 12

Eendagsbloem

Een paar jaar gelden wees mijn vrouw me op een nieuwe gast in onze tuin, onuit-genodigd maar zeker niet lelijk. Nee, de naam wist ze niet.

Tuinplanten is altijd lastig identificeren. Allereerst staan ze meestal niet in de Floras die Nederland rijk is, ze zijn immers niet inheems, en kunnen van over de hele wereld hier geimporteerd zijn. Als extra complicatie hebben kwekers er dan nog talloze rassen van gekweekt, die vaak voor niet specialisten al helemaal niet uit elkaar zijn te houden. Zo zijn er zo'n 1000 soorten wilde rhododendrons, maar kwekers hebben er zo'n 25.000 cultivars van gekweekt.

Ook dit bleek zo'n probleemgeval te zijn: De bloem had paarse bloemen met slechts 3 kroonbladen. Nu is 3 een ongewoon aantal. Verreweg de meeste bloemen hebben 4 of 5 kroonbladen, of heeeeeel veel, zoals de composietenfamilie. Mijn oude vertrouwde Tirionbloemengids had slechts enkele soorten met 3 kroonbladen, en geen enkele was paars.

Ik bladerde nog wat door een grote plantenencyclopedie, maar kwam ook daar niet snel achter de naam. En hoe gaat dat: je komt andere planten tegen, en vergeet deze.

Het jaar daarop verscheen de plant opnieuw: duidelijk geen eendagsgast maar een blijvertje. Vooral omdat ik er toch al eens tevergeefs naar gezocht had, lokte het me niet om nog een keer tevergeefs te zoeken.

Dit jaar verscheen de plant opnieuw. Deze nazomer zat het echter mee: in een nieuwe tuinencyclopedie, die ik vorig jaar van mijn broer voor mijn verjaardag kreeg, zag ik toevallig een plant staan die er wel sprekend op leek: Tradescantia virginia.

Nog wat gegoogle bevestigde wat ik al vermoedde: Tradescantia virginia was inderdaad de naam van de gast in onze tuin. Snel zoeken op wikipedia bracht me als snel tot wat ik al vreesde: Mijn goede vriend Rasbak was me voor geweest, er was al een artikeltje over de Eendagsbloem. Als ik zijn bijdragen regelmatig had gevolgd, had ik de naam veel eerder geweten. Nog wat spitten op de Nederlandstalige wikipedia leerde me dat de plant nu voor Nederland de status "in de wachtkamer" heeft. Dat wil zo ongeveer zeggen: Hij komt steeds vaker voor, maar we weten niet of hij zich echt hier zelfstandig voortplant. Enfin, geen wonder dat hij het in onze tuin goed doet.

Nu had Rasbak het bij het artikeltje over de soort gelaten, er was nog geen artikel over het geslacht. En een prima aanleiding om ook eens wat over de andere soorten te schrijven.



Zo vond ik op commons foto's van een aantal andere soorten tradescantia - wanneer u liefhebber van plantenfoto's bent is commons trouwesn een ideale plek om eens een paar uurtjes stuk te slaan.

Een van de leuke dinger daarbij was dat een andere vrijwilliger, Hans, me kwam helpen met Adam-en-Eva-in-een-bootje. Een hierop volgende discusie over het gebruik van Nederlandse namen of wetenschappelijke namen wint hij. Het is hem van harte gegund, al kijk ik wat bezorgd naar de toekomst, omdat het gemakkelijk aanleiding kan zijn tot eindelozen discussies zolang we geen criterium hebben om nederlandse namen te toetsen. Enfin, de rest schijnt het zo best te vinden, en wikipedia is een democratische gemeenschap dus leg ik me er bij neer.