In de ochtend proberen we een wandelkaart te kopen in Zuid-Laren. Er is geen VVV, alleen een Tourist Information in een bijouterijen zaak. Die is nog gesloten. De tijdschriftenhandel bij het postkantoor is wel geopend maar verkoopt geen wandelkaarten. Nog niet, maar we zijn niet de eersten die er om vragen en de verkoopster gaat ze bestellen.
Jos stelt voor om bij een bezoekersstation van Staatsbosbeheer een wandelkaart te kopen. We rijden via Oudemoolen, een plaats die toch al op ons verlanglijstje stond, omdat die was aangeraden door een goede wikivriend, Marco Roepers. Al rijdend spot Teun een aantal orchideen in het natte grasland langs de weg. Bij een parkeerplaats stallen we de auto, en maken een prachtige wandeling. Het grasland is evenals bij Zeegse niet echt schraal, maar wel nat. Planten als brandnetel wijzen er op dat er nog een ruime hoeveelheid stikstof in de bodem aanwezig is. Maar de boterbloemen bloeien fantastisch, evenals de pinksterbloemen, de rietorchissen, de dotterbloemen, de echte koekoeksbloemen en de ratelaars.
De route die we kiezen voert ons ook door een stuk bos, waar Teun er eindelijk in slaagt het Dalkruid te fotograferen. Ooit hadden we die in een bos op de Veluwe gezien langs een beekje, maar de plek was dermate donker dat een goede foto niet mogelijk was. Plantenfoto's met flitslicht zijn meestal een slecht idee. Ook hier is het lastig, thuis het resultaat afwachten (blijkt nog steeds niet goed te zijn, helaas)
Het bezoekerscentrum van Staatsbosbeheer in Anloo was even zoeken, uiteindelijk blijkt het vlak voor de parkeerplaats te zijn, terwijl de bordjes er voorbij suggereren. Goed verzorgd gebouwtje en informatie.
We nemen een foldertje mee met wandelroutes, wandelkaarten worden ook hier niet verkocht.
's Middags lopen we de route uit het foldertje die langs onze camping loopt. Helaas blijkt deze het toppunt van saaiheid te zijn. Wanneer ze de route een klein stukje verleggen, langs de veenplassen, zou de route al een stuk interessanter zijn. Het lekkere zonnetje maakt echter veel goed. Ook zien we verschillende vlinders: oranjetipje, klein geaderd witje en een zandoogje.
's Avonds maken we nog een klein wandelingetje, door het verschraalde weiland vlak bij de camping. Helaas zijn de meeste bloemen al dicht. Ook hier valt op dat het verschralen nog wel de nodige jaren zal vergen. Er groeien op verschillende plaatsen brandnetels en dagkoekoeksbloemen. Helemaal verwonderlijk is dat niet: het gewone, 'bemeste' weiland ligt iets hoger en mest zal dus uiteindelijk doorsijpelen. 's Avonds begint het te miezeren, en doen we een spelletje scrabble in de tent. We besluiten zaterdagochtend te vertrekken.
maandag, mei 21
Hemelvaartsdag - 2e wandeling
Na een kerkdienst in Zuid-Laren, met een leuke toelichting op de geschiedenis van het oude dorpskerk gebouw door de plaatselijke geschiedenisleraar, nemen we een kijkje bij een informatiecentrum van Staatsbosbeheer. Dat centrum blijkt uit een parkeerplaats en een informatiezuil te bestaan. Thuis had ik al gelezen dat de brede orchis in dit gebied zou voorkomen; de informatiezuil meldt dat ook beenbreek hier groeit. Mooi!
We besluiten vanaf de camping het bosgebied achter de camping in te trekken. Links ligt het verschralende weiland dat we gisteravond ook zagen. Op een kruising slaan we rechtsaf. De zandweg waarop we nu komen blijkt de HoofdWandelRoute van alle HemelvaartsdagWandelaars te zijn. En dat zijn er aardig wat, druk dus! En terecht, want het is lekker wandelweer.
Links van de zandpad loopt het Schipborgsediep, met een ruime bloemenweide tussen pad en beek. Het is duidelijk een van de weilanden waar Staatsbosbeheer bewust verschralingsbeheer uitvoert: een rijke bloemenzee. Een bordje waarschuwt: kwetsbaar gebied - verboden toegang. Helaas. Verderop slaan we rechtsaf; eerst tussen de bemeste weilanden door en dan het bos in.
Nadat we een fietspad verlaten en een zandweg inslaan, wordt het een stuk rustiger. Hier treffen we een heel ander milieu aan: veel zomereik, geoorde helmbloem, lelietje van dalen, kruipend zenegroen, rankende helmbloem, en veel, heel veel roze winterpostelein. Een uit Noord-Amerika overgekomen plantensoort, die het hier uitstekend doet. Ik ken het plantje wel uit Haagse parken, maar heb het nooit zo massaal zien voorkomen als hier. Het is dat het plantje zo vrolijk kleur aan het bos geeft, anders zou ik het een invasieve soort noemen.
Het laatste stukje wandeling is langs het Siepelveen. Hier groeit de wilde gagel in de plas, helaas slecht fotografeerbaar zonder telelens. Een libel, misschien een vuurjuffer, wil wel op de foto. Tot slot wandelen we door de heide. Een gele verfbrem is een laatste leuke vondst. Het was een wandeling met heel verschillende milieus: Veen, bos, moeras en heide. Vermoeid en voldaan komen we bij de tent terug.
We besluiten vanaf de camping het bosgebied achter de camping in te trekken. Links ligt het verschralende weiland dat we gisteravond ook zagen. Op een kruising slaan we rechtsaf. De zandweg waarop we nu komen blijkt de HoofdWandelRoute van alle HemelvaartsdagWandelaars te zijn. En dat zijn er aardig wat, druk dus! En terecht, want het is lekker wandelweer.
Links van de zandpad loopt het Schipborgsediep, met een ruime bloemenweide tussen pad en beek. Het is duidelijk een van de weilanden waar Staatsbosbeheer bewust verschralingsbeheer uitvoert: een rijke bloemenzee. Een bordje waarschuwt: kwetsbaar gebied - verboden toegang. Helaas. Verderop slaan we rechtsaf; eerst tussen de bemeste weilanden door en dan het bos in.
Nadat we een fietspad verlaten en een zandweg inslaan, wordt het een stuk rustiger. Hier treffen we een heel ander milieu aan: veel zomereik, geoorde helmbloem, lelietje van dalen, kruipend zenegroen, rankende helmbloem, en veel, heel veel roze winterpostelein. Een uit Noord-Amerika overgekomen plantensoort, die het hier uitstekend doet. Ik ken het plantje wel uit Haagse parken, maar heb het nooit zo massaal zien voorkomen als hier. Het is dat het plantje zo vrolijk kleur aan het bos geeft, anders zou ik het een invasieve soort noemen.
Het laatste stukje wandeling is langs het Siepelveen. Hier groeit de wilde gagel in de plas, helaas slecht fotografeerbaar zonder telelens. Een libel, misschien een vuurjuffer, wil wel op de foto. Tot slot wandelen we door de heide. Een gele verfbrem is een laatste leuke vondst. Het was een wandeling met heel verschillende milieus: Veen, bos, moeras en heide. Vermoeid en voldaan komen we bij de tent terug.
Zeegser loopje - woensdag 16 mei
Na twee campings te hebben afgekeurd vanwege hun ligging bij een doorgaande weg, en dus geluidsoverlast, vinden we een camping waar het redelijk rustig is: camping 't Stroomdal in Zeegse. Rustig in tweerlei opzicht: weinig achtergrond lawaai en weinig gasten. De reden voor dat laatste is dat de camping te koop staat, voor 750.000 euro bent u de eigenaar.
Na een leuke etentje maken we nog een korte avondwandeling. Schuin tegenover de camping begint een fietspad dat het weiland in leidt. Rechts is een "monument" voor aardstralen, energiebanen en ander spul van nullerlei biologische waarde en nog lager wetenschappelijke gehalte.
Het fietspad voert ons tussen twee bomen annex struikenrijen door, leidt ons over een beekje (later leren we dat dit het Zeegser loopje is) en maakt een bocht. De bomen en struiken zijn gevarieerd, envenals de kruidlaag, waarin ik onder andere grote muur herken. Die variantie ziet er goed uit :)
Even verder, bij een tweede bocht, begint een voetpad dat het weiland in loopt. Dit weiland ziet er uit alsof het of slecht onderhouden wordt, of verschraald wordt door Staatsbosbeheer. Een vriendelijk bordje van de laatste meldt ons dat we vrij toegang hebben. Het wordt al donker, dus we keren terug naar de tent.
Na een leuke etentje maken we nog een korte avondwandeling. Schuin tegenover de camping begint een fietspad dat het weiland in leidt. Rechts is een "monument" voor aardstralen, energiebanen en ander spul van nullerlei biologische waarde en nog lager wetenschappelijke gehalte.
Het fietspad voert ons tussen twee bomen annex struikenrijen door, leidt ons over een beekje (later leren we dat dit het Zeegser loopje is) en maakt een bocht. De bomen en struiken zijn gevarieerd, envenals de kruidlaag, waarin ik onder andere grote muur herken. Die variantie ziet er goed uit :)
Even verder, bij een tweede bocht, begint een voetpad dat het weiland in loopt. Dit weiland ziet er uit alsof het of slecht onderhouden wordt, of verschraald wordt door Staatsbosbeheer. Een vriendelijk bordje van de laatste meldt ons dat we vrij toegang hebben. Het wordt al donker, dus we keren terug naar de tent.
vrijdag, april 27
Hoek van Holland
Met op zaterdag veel regen in het vooruitzicht, besluiten we de vrijdagmiddag en zaterdagmiddag om te draaien. Onze nieuwe auto - net vanochtend bij de garage opgehaald - brengt ons probleemloos naar Hoek van Holland.
Bij Hoek van Holland is een redelijk duingebied, wat echter snel versmalt tot een zeereep, die pas bij Wateringen/Kijkduin weer breder wordt. We parkeren de auto op de "strandboulevard", en duiken de duinen in richting zee. Een natte plas is afgezet met hek. Rechts leidt een smal paadje het struweel in, over enkele boomstronken heen. Is dat een nieuwe manier om grote grazers te beperken? Als dat zo is, is het wel inventief.
Het is goed te zien dat alles uitloopt: de duindoorn, een struik die ik nog niet kan determineren, en nog veel ander spul. Een boom met katjes loopt ook uit. Het weer is bewolkt, en er zijn een paar donkere luchten te zien.
Een verdwaalde ribes sanguineum is de eerste bloeiende struik die we tegen komen. We wandelen richting strand, over zand en tussen typische duinvegetatie als duindoorn. Een licht begroeide plek blijkt een bloeiend plantje te bevatten. De determinatie kost me meer dan een half uur, en zelfs dan ben ik er niet helemaal zeker van dat het zandhoornbloem is. Wanneer ik bijna klaar ben, merk ik dat er nog een bloeiend plantje tussen groeit: met rode en paarse bloemetjes van ongeveer 1 mm groot. Geen idee wat het is.
Op de terugweg van het strand staat de veldhondstong in bloei. Sommigen hebben de bloemen nog in 1 grote knoppenknoop zitten, anderen tonen de eerste rode en paarse bloemen. Ook de wilde hyacinth heeft een plekje gevonden, net als de voorjaarshelmbloem.
Bij Hoek van Holland is een redelijk duingebied, wat echter snel versmalt tot een zeereep, die pas bij Wateringen/Kijkduin weer breder wordt. We parkeren de auto op de "strandboulevard", en duiken de duinen in richting zee. Een natte plas is afgezet met hek. Rechts leidt een smal paadje het struweel in, over enkele boomstronken heen. Is dat een nieuwe manier om grote grazers te beperken? Als dat zo is, is het wel inventief.
Het is goed te zien dat alles uitloopt: de duindoorn, een struik die ik nog niet kan determineren, en nog veel ander spul. Een boom met katjes loopt ook uit. Het weer is bewolkt, en er zijn een paar donkere luchten te zien.
Een verdwaalde ribes sanguineum is de eerste bloeiende struik die we tegen komen. We wandelen richting strand, over zand en tussen typische duinvegetatie als duindoorn. Een licht begroeide plek blijkt een bloeiend plantje te bevatten. De determinatie kost me meer dan een half uur, en zelfs dan ben ik er niet helemaal zeker van dat het zandhoornbloem is. Wanneer ik bijna klaar ben, merk ik dat er nog een bloeiend plantje tussen groeit: met rode en paarse bloemetjes van ongeveer 1 mm groot. Geen idee wat het is.
Op de terugweg van het strand staat de veldhondstong in bloei. Sommigen hebben de bloemen nog in 1 grote knoppenknoop zitten, anderen tonen de eerste rode en paarse bloemen. Ook de wilde hyacinth heeft een plekje gevonden, net als de voorjaarshelmbloem.
maandag, april 16
De Banjaard en de Alblasserwaard
Familiebezoek splitste onze weekend wandeling op in 2 korte stukjes, om de rit te onderbreken. De eerste stop was bij de Banjaard, een in dit jaargetijde rustig duingebied aan de westpunt van Noord Beveland. Op een praktisch verlaten parkeerplaats offerde ik een halve euro aan de alomtegenwoordige parkeermeter.
De parkeerplaats ligt direct aan de duinen. Bovenop de dijk / het duin woei een frisse wind. Verdwaalde exemplaren van een paardenbloem (vreemd uiterlijk - een duinpaardenbloem?), een klein wit plantje (vroegeling?) en akkerhoornbloem sierden het fietspad dat we overstaken. Aan de zeezijde leidt het pad ons door een vallei met aan twee zijden prikkeldraad. Een informatiebord vertelt dat het duin is afgezet ter willen van de rust voor het broeden van de dwergstern. Die zouden dat hier enkele malen hebben geprobeerd. Ijverig starend probeer ik deze schijnbaar zeldzame vogels te ontdekken. Niets te zien. Gewone huis- tuin en keuken meeuwen en een enkele kraai vliegen rond. Ik besluit dat de dwergsternen de pogingen van de natuurbeschermers blijkbaar niet waarderen en naar elders vertrokken zijn. De leerachtige blaadjes van een mij onbekende plant steken hun kopjes net boven het zand uit.
Even verderop gaan we zitten voor een korte lunch. Heerlijk, die rust. Een grote groep kleine sterns vliegt pal over onze hoofden. Blijkbaar hebben ze toch een plekje gevonden.
Het tweede stukje wandeling is eveneens kort. In de buurt van Oud-Alblas is langs onze route een parkeerplaats. Enkele kippen lopen los rond. Nou enkele - als een vos dit plekje ontdekt gaat die hier nooooooit meer weg. Een voetpad lokt ons de weilanden in. Ordinaire paarse dovenetel, fluitekruid, riet, pinksterbloemen en ander bekend spul domineren. Heerlijke vergezichten met ouderwetse molens. Een eend met 4 jongen vlucht voor ons weg. We zijn 100 meter van de provinciale weg en horen het verkeer niet. Heerlijk. Veel te snel brengt het voetpad ons weer bij de auto terug.
De parkeerplaats ligt direct aan de duinen. Bovenop de dijk / het duin woei een frisse wind. Verdwaalde exemplaren van een paardenbloem (vreemd uiterlijk - een duinpaardenbloem?), een klein wit plantje (vroegeling?) en akkerhoornbloem sierden het fietspad dat we overstaken. Aan de zeezijde leidt het pad ons door een vallei met aan twee zijden prikkeldraad. Een informatiebord vertelt dat het duin is afgezet ter willen van de rust voor het broeden van de dwergstern. Die zouden dat hier enkele malen hebben geprobeerd. Ijverig starend probeer ik deze schijnbaar zeldzame vogels te ontdekken. Niets te zien. Gewone huis- tuin en keuken meeuwen en een enkele kraai vliegen rond. Ik besluit dat de dwergsternen de pogingen van de natuurbeschermers blijkbaar niet waarderen en naar elders vertrokken zijn. De leerachtige blaadjes van een mij onbekende plant steken hun kopjes net boven het zand uit.
Even verderop gaan we zitten voor een korte lunch. Heerlijk, die rust. Een grote groep kleine sterns vliegt pal over onze hoofden. Blijkbaar hebben ze toch een plekje gevonden.
Het tweede stukje wandeling is eveneens kort. In de buurt van Oud-Alblas is langs onze route een parkeerplaats. Enkele kippen lopen los rond. Nou enkele - als een vos dit plekje ontdekt gaat die hier nooooooit meer weg. Een voetpad lokt ons de weilanden in. Ordinaire paarse dovenetel, fluitekruid, riet, pinksterbloemen en ander bekend spul domineren. Heerlijke vergezichten met ouderwetse molens. Een eend met 4 jongen vlucht voor ons weg. We zijn 100 meter van de provinciale weg en horen het verkeer niet. Heerlijk. Veel te snel brengt het voetpad ons weer bij de auto terug.
maandag, april 9
Het is een prachtige middag, en er zijn nog een paar uurtjes om een wandeling te maken. De bestemming is opnieuw het Westduinpark. Bij het vorige bezoek zagen we een bloeiende prunus staan, die ik met invallende regen niet wilde gaan staan determineren.
Nu is deze prunus ons eerste doel, en een heerlijk zonnetje verleidt tot het eerst maken van foto's. De determinatie is niet simpel.
Grappig hoe, terwijl ik in een flora blader, enkele voorbijgangers het antwoord al weten: 'een meidoorn'. Wanneer ik er op wijs dat de blaadjes niet gelobd zijn, concluderen ze onmiddellijk: en vogelkers. Uiteindelijk kom ik uit bij Kerspruim (Prunus cerasifera), maar heel zeker ben ik er niet van.
Hierna wandelen we door de binnenduinen van het centrale deel van het Westduinpark. Hier zijn al wel nieuwe hekken en bedrading neergezet voor de grote grazers, maar er is nog geen grote schoonmaak gehouden. Hier staat nog niets in bloei, alleen het voorjaarshelmkruid, hoewel de meeste planten nog klein zijn. Ook enkele exemplaren van de wilde hyacinth laten hun eerste bloemetjes zien. Fietsend over de weg langs de rand van het park valt ons oog op iets paars. Het blijkt grote maagdenpalm. Hier groeit ook de hondsdraf in grote getale, vergezeld van speenkruid en judaspenning. Niet echt planten die in de duinen thuis horen. Kijk, het opruimen daarvan lijkt me een prima zaak.
Grappig hoe, terwijl ik in een flora blader, enkele voorbijgangers het antwoord al weten: 'een meidoorn'. Wanneer ik er op wijs dat de blaadjes niet gelobd zijn, concluderen ze onmiddellijk: en vogelkers. Uiteindelijk kom ik uit bij Kerspruim (Prunus cerasifera), maar heel zeker ben ik er niet van.
Hierna wandelen we door de binnenduinen van het centrale deel van het Westduinpark. Hier zijn al wel nieuwe hekken en bedrading neergezet voor de grote grazers, maar er is nog geen grote schoonmaak gehouden. Hier staat nog niets in bloei, alleen het voorjaarshelmkruid, hoewel de meeste planten nog klein zijn. Ook enkele exemplaren van de wilde hyacinth laten hun eerste bloemetjes zien. Fietsend over de weg langs de rand van het park valt ons oog op iets paars. Het blijkt grote maagdenpalm. Hier groeit ook de hondsdraf in grote getale, vergezeld van speenkruid en judaspenning. Niet echt planten die in de duinen thuis horen. Kijk, het opruimen daarvan lijkt me een prima zaak.
zaterdag, maart 31
Zandmotor
Vandaag hebben we de zaterdagmiddag besteed aan een fietstochtje naar de zandmotor, het kunstmatig opgespoten schiereiland voor de kust van Monster. De bedoeling is dat het hier opgespoten zand zich langzaam verspreid over de zuid-hollandse kust, De zandmotor is nog steeds groot, kaal en verlaten. Ons enige gezelschap waren een paar strandsurfers. Zelfs meeuwen waren er weinig, en de weinige die er waren hadden concurentie van een paar kraaien.
Opvallend genoeg zagen we op de terugweg door de duinen nog een aalscholver: ik had verwacht dat die allang richting noorden vertrokken zouden zijn.
Ook leuk was dat de eerste voorjaarshelmbloemen, hoewel nog klein, soms al wel in bloei stonden. Helaas geen foto, want we hadden toen net het enige buitje.
Opvallend genoeg zagen we op de terugweg door de duinen nog een aalscholver: ik had verwacht dat die allang richting noorden vertrokken zouden zijn.
Ook leuk was dat de eerste voorjaarshelmbloemen, hoewel nog klein, soms al wel in bloei stonden. Helaas geen foto, want we hadden toen net het enige buitje.
zaterdag, maart 17
Bolletjes
De zaterdagmiddag wandeling van vandaag was opnieuw in het Westduinpark, dit keer niet in het zuidelijke, maar in het middelste deel, dat nog niet heringericht is. Het was ook een stuk binnenduin waar we eigenlijk weinig komen; binnenduin kent in mijn ervaring wat minder duin-specifieke soorten als de witte en grijze duinen.
Het voelde oud-vertrouwd aan: de rimpelroos loopt uit, evenals verschillende andere struiken, zoals de mahonie. Deze laatste stond ook in bloei. De Mahonie is een struik die hier van oorsprong niet thuis hoort, daarom verwacht ik dat bij de herinrichting deze struik ook met wortel en tak zal worden uitgeroeid. En dit keer zal ik daar geen traan om laten. Dat ligt bij de rimpelroos en de witte abeel toch iets anders: dat zijn struiken/bomen die ik daar als sinds mijn kindertijd, zo'n 50 jaar terug, heb gezien. Hoe ver gaan we terug voor we vinden dat een plant hier thuis hoort? 100 jaar? 400 jaar? In dat laatste geval zijn er nog wel een paar planten op te noemen die er niet thuis horen.
Mijn goede wiki vriend Marco Roepers stelde vragen over de vroegeling, maar die zijn we niet tegengekomen. Nog in het binnenduin, nog op de speelweiden, nog in de buurt van de zeereep. Nergens kleine witte bloemetjes te bekennen. Wel zagen we de Oosterse sterhyacinth in grote getale in bloei staan. De Grote sneeuwroem was wat minder talrijk. Ook deze horen er niet thuis, maar zijn wel feestelijk om te zien. De Wilde hyacinth srtak wel zijn bladen boven de grond, maar voor de bloemen zullen we nog even geduld moeten hebben. Opvallend was dat veel bladen van bolgewassen afgemaaid of afgegraasd leken te zijn. De foto van de sneeuwroem hiernaast hebben dat ook.
Het voelde oud-vertrouwd aan: de rimpelroos loopt uit, evenals verschillende andere struiken, zoals de mahonie. Deze laatste stond ook in bloei. De Mahonie is een struik die hier van oorsprong niet thuis hoort, daarom verwacht ik dat bij de herinrichting deze struik ook met wortel en tak zal worden uitgeroeid. En dit keer zal ik daar geen traan om laten. Dat ligt bij de rimpelroos en de witte abeel toch iets anders: dat zijn struiken/bomen die ik daar als sinds mijn kindertijd, zo'n 50 jaar terug, heb gezien. Hoe ver gaan we terug voor we vinden dat een plant hier thuis hoort? 100 jaar? 400 jaar? In dat laatste geval zijn er nog wel een paar planten op te noemen die er niet thuis horen.
Mijn goede wiki vriend Marco Roepers stelde vragen over de vroegeling, maar die zijn we niet tegengekomen. Nog in het binnenduin, nog op de speelweiden, nog in de buurt van de zeereep. Nergens kleine witte bloemetjes te bekennen. Wel zagen we de Oosterse sterhyacinth in grote getale in bloei staan. De Grote sneeuwroem was wat minder talrijk. Ook deze horen er niet thuis, maar zijn wel feestelijk om te zien. De Wilde hyacinth srtak wel zijn bladen boven de grond, maar voor de bloemen zullen we nog even geduld moeten hebben. Opvallend was dat veel bladen van bolgewassen afgemaaid of afgegraasd leken te zijn. De foto van de sneeuwroem hiernaast hebben dat ook.
zaterdag, maart 10
Westduinpark
De sneeuw is weg, de temperatuur nog laag maar stijgend. Droog, dus ideaal weer voor een wandelingetje.
Het zuidelijk deel van het Westduinpark blijkt flink op de schop genomen te zijn. In het kader van het herstel van de 'blanke top der duinen', blanke duinen en andere natuurwaarden is er flink wat kaal duizand boven gebracht. Rimpelroos en sneeuwbes, niet inheemse planten, zijn verwijderd. Daarvan gaat de rimpelroos me wel wat aan het hart: voor mij hoort die onlosmakelijk bij het Westduinpark.
Enfin, het zal uiteeindelijk wel goed uitpakken. Men is al druk bezig hekken te plaatsen voor de schotse hooglanders. Wat bij mij wel de vraag oproept: zijn dat dan geen exoten?
vrijdag, maart 2
Libellenvallei
Een paar weken geleden wilden we weer een stukje in de duinen wandelen: het was koud maar zonnig weer.
Door omstandigheden kwamen we uit in Meijendel. Het parkeren was nog niet veranderd, keurig bij de 'boerderij'. Daar waren de wandelroute paaltjes vernieuwd, en we besloten de gele paaltjes te volgen.
De route leidde ons naar de libellen vallei, die flink onderhanden genomen is. Veel kaal zand, riet afgesnoeid. Hoeplijk zijn de kruisbladgentiaan, de parnassia, het dudiendguldenkruid en de rietorchissen straks nog aanwezig.
Het prachtige zonnetje verleende de wandeling een extra genoegen. De gele paaltjes gaven de route prima aan d en brachten ons weer keurig bij de boerderij terug.
Abonneren op:
Posts (Atom)