donderdag, juli 4

Pyreneen, col de Pailheres, donderdag 4 juli

Donderdag 4 juli

Vandaag vertrekken we even na 9 uur naar de Col de Pailheres. Parkeren is al lastiger, de Tour aanhangers hebben grote delen met linten afgezet, maar we zijn niet voor 1 gat te vangen en vinden een oplossing.

We weten dat er sneeuw plakkaten liggen, maar willen toch proberen de 4 meertjes te bereiken. Eenmaal op pad loopt het best gemakkelijk. De enige bomen is een dennen soort, waar ik met mijn nieuwe franstalige flora niet uitkom. Onder de struiken zijn blauwe bosbes(Vaccinium myrtillus) en Rhododendron ferriguneum dominant, al komt er in het begin ook nog een heide soort voor. Tussen het gras bloeit net als twee dagen geleden het witte Pyreneen boterbloempje massaal. De blauwe gentianen passeren we zonder ze te bekijken.

Vlak voor de eerst sneeuwplek komt een Fransman terug. De sneeuw leek hem te gevaarlijk. Na het landschap en de sneeuw bekeken te hebben, wagen we het er op. De glooing van het landschap lijkt er op te wijzen dat de sneeuw nergens dikker als een halve meter is. Ook de hellingsgraad is beperkt. Dat kan geen diepe val betekenen. Enkele kleine bergbeekjes zijn lastig over te steken. Langs de oevers groeit volop de in Nederland ook bekende Dotterbloem.

Een tweede sneeuwplek ziet er wat gevaarlijker uit. Gelukkig kunnen we onder langs. Het pad wordt nu iets lastiger, maar er zijn geen steile afgronden of soort gelijke gevaren. We komen weer op het oude pad.

Langs het pad groeien twee roze bloemen. De duidelijkste is Soldanella alpina. Daar had ik in de Alpen al en aantal malen naar gezocht, en ik vind het reuze leuk die nu een keer te vinden. Minder opvallend is een klein roze bloempje dat ik nog niet ken: Primula integrifolia, soms Gaafbladige sleutelbloem genoemd. Het is met mijn nieuwe Franstalige Guide des fleurs de montagne wel even zoeken, maar de beschrijving klopt.

We arriveren bij een derde sneeuwplakkaat, en overleggen. Zonder duidelijke reden vertrouw ik deze niet. We wachten. Er komt een frans wandelechtpaar, en we overleggen. Ook zij vertrouwen het niet. Rechtsomkeert dus terug naar de auto. Op de terugweg bekijk ik nog een brem, die hier spaarzamenlijk voorkomt, maar iets lager uitbundig in bloei staat. Doornloos, blaadjes in drieen, zonder steel. Meeldraden vergroeid. Stijl naar boven gerold, maar niet spiraalsgewijs. Ik kom er niet uit. Cytisus sessilifolius komt er het dichtst bij, maar de illustratie in Guide de Fleures de montagne laat veel spaarzamer blaadjes zien.

Het was geen lange wandeling, maar wel een mooie. Gedurende twee uur wandelen zijn we drie keer andere wandelaars tegen gekomen. Alles straalt rust uit.

Geen opmerkingen: